Natuur en landschap

Zee en kustlijn
In het noorden van het eiland ligt een 12 km lang zandstrand, dat beschermd wordt door strandhoofden. Deze hebben een tweetal taken, namelijk de afslag van strand tegengaan en de aanvoer van zeezand stimuleren. Tussen de strandhoofden ontstaat een ideaal leefgebied waar wieren, zee- anemonen, mosselen, slakken en krabben lustig leven en op en neer schuifelen. Ook vinden Eiders, Zilvermeeuwen, Kleine Mantelmeeuwen, Scholeksters en Aalscholvers een geborgen verblijfplaats op de strandhoofden. Na een flinke storm valt aan het strand nog wel eens barnsteen te vinden in de donkere veenlagen.

Zandplaten
1. De Vliehors: is een enorme zandvlakte waarbij de afmetingen van haar panorama onwerkelijk lijken. De zandplaat ligt te laag voor permanente begroeiing en ook jonge duinen worden bij de eerste hoogwaterstand weer weggespoeld. De zandplaat blijft een belangrijke hoogwatervluchtplaats voor meeuwen, scholeksters en wulpen. Ook zeehonden kunnen de zandplaat niet weerstaan als rustpunt en zijn af en toe te vinden op de punt van de hors. Met de Vliehorsexpress worden excursies georganiseerd naar de zandplaat de Vliehors.



2.De Richel: Deze zandplaat heeft dezelfde kenmerken als De Vliehors, behalve dan dat deze geheel ontkoppelt is van het eiland Vlieland. Grijze zeehonden liggen hier af en toe met 200 man en vrouw sterk te zonnebaden. Met de veerboot kan langs de Richel gevaren worden om de zeehonden te bekijken.



Duinlandschap
Karakteristiek voor Vlieland is dat het eiland bijna alleen maar uit duinen bestaat en er zich geen landbouw bevindt zoals op de andere waddeneilanden. De uitgestrekte duinen weten het landschap van de Noordzee helemaal tot aan de Waddenzee te karakteriseren. 300 ha van het duingebied is bebost. Vlieland is ook in het trotse bezit van de hoogste duin van het waddengebied, het Vuurboetsduin, die de standplaats van de vuurtoren herbergt. De duinen van Vlieland zijn het kalk- en ijzerarmst van Nederland, waardoor het op sommige plaatsen moeilijk is voor de duinvegetatie te overleven. Het duinzand heeft vegetatie nodig om het zand vast te houden. Door de geringe plantengroei ontstaan vele zandverstuivingen die het zandlandschap in het oosten markeren met uitblazingsvalleien, parabool- en lengteduinen. Staatsbosbeheer plant bossen om te grote verstuivingen tegen te gaan.

De belangrijkste duingebieden zijn:
3. Meeuwenduinen: Dit duingebied is met haar enorme aantal vogels een heuse trekpleister voor vogelliefhebbers. In 1898 verlengde Rijkswaterstaat het duingebied met ongeveer een kilometer door in het westelijk deel van deze duinen stuifdijkjes te plaatsen. De eidereend is de bekendste broedvogel die met zo’n 2500 broedparen in dit beschermde broedgebied een onderkomen vindt. De naam van de duinen is te danken aan de Zilvermeeuw, de natuurlijke vijand van de jongen van de eidereend.



4. Vuurboetsduin:
Ooit, tijdens de tijd van de grote verstuivingen op het eiland, voerde de Westenwind enorme stuifzandladingen mee het eiland in. Om in het dorp niet ‘overstuifd’ te raken, werd het zand verankerd met vegetatie. Hierdoor is het duin aangegroeid tot wel 40 meter hoog. Door deze hoogte is het altijd een belangrijk baken geweest voor de scheepvaart. Vroeger werden hier vuren gestookt, waarbij men kolen als brandstof gebruikte en die opsloeg in de vuurboet. Vandaar de naam van de vuurtoren, die al sinds 1909 op het duin prijkt. Voor een kleine vergoeding kunt U vanuit de top van de vuurtoren het prachtige uitzicht bewonderen, met aan de ene kant de Waddenzee en aan de andere kant de Noordzee.

Kwelders
5. De Posthuiskwelder: Kwelders zijn maar weinig te vinden op Vlieland, maar in de luwte van de Vliehors en de Kroon’s Polders bevindt zich dan toch de enige kwelder de Posthuiskwelder. In de winter vinden de IJslandse paarden hier een plaats om te grazen (in de zomer zorgen ze voor vertier wanneer kinderen een ritje maken op hun rug). Ook de polder in Vlieland helpt mee aan wat kwelder karakteristieken; namelijk in de Derde en Vierde Kroon’s Polder vindt er een ontwikkeling plaats van kwelderbegroeiing. Hier komt in de natste en zoutste plaatsen de eetbare zeegroente zeekraal voor.

Cultuurlandschappen
6. Cranberryvlakte: In 1840 spoelde bij Terschelling een vat met bessen aan, dat scheepvaarders met zich meenamen tegen scheurbuik. De bessen waren er snel bij met voortplanten en de kustvogels hielpen mee aan de verdere verspreiding. Nu worden de cranberries op professionele wijze geplukt voor wijn, likeur, siroop en kruidenbitter. De Cranberryvlakte telt op dit moment zo’n 48 ha.
7. Kroon’s Polders: Ten zuiden van de Meeuwenduinen werden in 1905 verschillende stuifdijken aangelegd, omdat men bang was dat anders Vlieland en de Vliehors van elkaar gescheiden zouden raken door een storm. Dankzij deze stuifdijken zijn er nu vier verschillende valleien ontstaan, waar het zout water domineert. Van 15 maart tot 16 september zijn de polders afgesloten voor publiek. Tijdens het hoogseizoen worden er rondleidingen georganiseerd door Staatsbosbeheer.
Landbouwgebieden: De landbouw speelt maar een geringe rol in Vlieland. Veel veeteelt bedrijven zijn verdwenen of verdrongen toen de recreatiewelvaart hoger en belangrijker werd. Tegenwoordig bestaat de Vlielandse veestapel uit geiten, Schotse Hooglanders en paarden, die allen worden ingezet bij de natuur beheer van het eiland. De bedoeling is dat door begrazing, dichtgroei van het duinlandschap wordt voorkomen.

Flora & fauna



Vogels: In Vlieland voeren de vogels met hun 100 verschillende soorten de boventoon op het eiland. Vroeger zag men hier maar 30 vogelsoorten, maar door de aanleg van de Kroon’s Polders en de bossen is het soorten aantal flink toegenomen. Doordat er op het eiland geen grondroofdieren voorkomen, vinden grondbroeders een veilig toevluchtsoord op het eiland. De vogels die voorkomen kunnen worden onderverdeeld in bosvogels, wadvogels en grondbroeders. Vanwege de verrijking en de verruiging van het duingebied nemen de meeste vogelsoorten toe, sommige vogels kunnen zich echter niet aanpassen aan de hopen extra riet en nemen af in aantal. Van de grondbroeders zijn vooral de Eider, de Zilvermeeuw en de Mantelmeeuw bekend. Van de bosvogels zijn onlangs de Buizerd, de Bonte Specht, de Roodmus en de wielewaal gesignaleerd. Voor de wadvogels zijn De Vliehors, het Posthuiswad, De Kroon’s Polders en de Richel de belangrijkste hoogwatervluchtplaatsen en verblijfplaatsen. Er bevinden zich 5 grote groepen wadvogels op Vlieland, namelijk de Steltlopers, Ganzen, Eenden, Meeuwen en Sterns. Omdat het voedsel van deze vogels grote hoeveelheden zout bevat, hebben de vogels speciale klieren boven hun ogen, die het overvloedige zout in het bloed uitscheiden. U kunt genieten van en kijken naar de vogels op de Kroon’s Polderdijk op het uitzichtpunt Dodenmansbol, op het wad en op de strekdammetjes langs de Postweg.



Zoogdieren:
Vergeleken met de vogels heeft de haas maar weinig soortgenoten. Op het gehele eiland komen er misschien zo’n 30 voor. Muizen en egels, evenals konijnen komen wel veelvuldig voor op het eiland. Op konijnen werd vooral vroeger veel gejaagd, aangezien ze geen natuurlijke vijand hadden op het eiland. Dit werd gedaan door de konijnengangen uit te graven. Tegenwoordig is door de verruiging van het eiland het aantal konijnen afgenomen. De wipstaarten kunnen beter overleven op korte eiwitrijke vegetatie, die door de verruiging sterk is afgenomen. Verder herbergt Vlieland dan nog de verwilderde kat. Voor deze beesten was een vergunning aangevraagd om ze af te schieten. Dit verzoek werd niet ingewilligd, aangezien men vond dat de wilde kat geen directe bedreiging vormde voor de vogels. Voor de rest kun je op Vlieland nog uitkijken naar de Bruine Rat en de Grijze Dwergvleermuis.



Vissen en reptielen:
Vlieland is éen van de laatste plaatsen waar de zandhagedis zich nog kan laten zien. Verder vind je in vochtige plaatsen de Rugstreeppad. De goudvis is de enige zoetwatervis op Vlieland. In de Kroon’s Polders zijn nog Palingen en Stekelbaarzen te vinden, omdat deze 'survivors' zowel in zoet water als in zout water kunnen leven.

Natuurcentra
Bezoekerscentrum De Noordwester: Dorpsstraat 150, Oost- Vlieland, tel. (0562) 45 17 00.